Al eerder heb ik geschreven over voeding en dementie. In dit stuk van Mantelzorgelijk wordt dieper ingegaan op abnormale eetgewoontes bij frontotemporale dementie. Frontoremporale dementie, ookwel FTD genoemd is een vorm van dementie die vaak (niet altijd) op jongere leeftijd voorkomt. De veranderingen in het gedrag vallen hierbij meestal het eerste op, maar ook taal en spraak kunnen aangetast zijn. De oorzaak hiervan is het afsterven van van de hersencellen in het frontaalkwab (gedragsgebied) en de temporaalkwab (het taalgebied)/
Bijzonder interessant stuk (vind ik althans) dat geschreven is naar aanleiding van een studie in Italië van SISSA. Hier de link naar de engelse versie van dit onderzoek. In Nederland is er ook een onderzoek gedaan, mocht je meer de diepte in willen gaan dan is hier de link naar dit onderzoek.
Met dank aan: Mariette-otten-mcgovern
Abnormaal eetgedrag is iets dat veel voorkomt bij frontotemporale dementie. Hyperfagie (vraatzucht), gefixeerd raken op één soort voedsel en zelfs het innemen van andere voorwerpen maken een moeilijke situatie nog moeilijker. Onderzoekers van SISSA (de International School for Advanced Studies in Trieste, Italië) hebben informatie verzameld over wat er op dit gebied bekend is, met aandacht voor de mechanismen van de hersenen die hierbij betrokken zijn. Dit overzicht is gepubliceerd in het tijdschrift Neurocase.
Dokter Andrew Kertsz beschrijft in zijn boek “The Banana Lady and Other Stories of Curious Behavior and Speech,” (2006) het “bananenvrouwtje”, dat elke dag uitsluitend bananen at en liters melk dronk. Ze vroeg haar man voortdurend, bijna obsessief, om ervoor te zorgen dat er altijd voldoende melk en bananen in huis waren. Nadat zij was overleden, bleek uit een analyse van de hersenen dat de vrouw leed aan frontotemporale dementie. Veranderingen in eetgedrag komen bij deze ziekte zo vaak voor, dat ze tegenwoordig in de diagnose worden verwerkt.
Volgens de onderzoekers zijn er in eerdere onderzoeken al veel verschillende eetstoornissen beschreven, variërend van slechts een toegenomen eetlust tot ongecontroleerd overeten, veranderingen in de persoonlijke voorkeur voor voedsel, zoals in het extreme voorbeeld van het “bananenvrouwtje”, het innemen van objecten en voedsel van de borden van anderen stelen.
Deze problemen zijn vanzelfsprekend problematisch op het sociale vlak, maar ook met betrekking tot de gezondheid van de patiënten omdat ze vaak dikker worden. Sommige mensen verliezen echter ook gewicht omdat ze heel obsessief een zeer beperkt soort voedsel tot zich nemen.
De analyse van de onderzoeken in het gepubliceerde overzicht laat zien dat er een verband is tussen abnormaal eten en bepaalde gebieden van de hersenen. Hieronder vallen de orbitofrontale cortex (het gebied dat betrokken is bij het maken van beslissingen maar dat ook vaak in verband wordt gebracht met verslavingen en compulsief gedrag) en hoogstwaarschijnlijk de hypothalamus. De hypothalamus reguleert de interactie tussen de hoeveelheid voedsel die geconsumeerd is en de energiebalans in het lichaam.
De oorzaak van abnormaal eetgedrag bij frontotemporale dementie is aan meerdere factoren te wijten. Het kan te maken hebben met een verandering in het autonome zenuwstelsel, die maakt dat het lichaam bepaalde signalen zoals honger, verzadiging en eetlust, niet meer correct inschat. Als de hypothalamus beschadigd is, worden de remmende signalen soms niet meer herkend, waardoor bepaalde gedragingen zoals overeten optreden. Er zijn waarschijnlijk zintuigelijke en cognitieve factoren die het beeld kunnen bemoeilijken. Bij patiënten die objecten eten bijvoorbeeld, kan er wellicht een semantisch probleem zijn waardoor hij of zij het voorwerp en zijn functie niet meer herkent.
Al deze mechanismen zijn interessant om de ziekte beter te kunnen begrijpen en om optimale behandelingen te creëren om de symptomen tegen te gaan. Tegelijkertijd laten ze storingen zien die, alhoewel in andere mate, bij gezonde mensen met een bepaalde eetstoornis voorkomen.
Als er gedragsproblemen zijn rond etenstijd, kun je proberen erachter te komen waardoor ze worden veroorzaakt zodat ze voorkomen kunnen worden. Het kan een bepaald soort voedsel zijn, de tijd van de dag of de manier waarop de dingen tijdens de maaltijd gedaan worden.
Laat de persoon bepalen wat hij of zij eet, maar kijk of er misschien dingen zijn waarvoor gezondere opties verkrijgbaar zijn. Vervang snoepgoed bijvoorbeeld eens door fruit.
Zorg dat er niet veel ongezonde snacks in huis zijn.
Geef kleinere porties op kleinere borden, zodat het lijkt alsof er juist meer voedsel op het bord ligt.
Als iemand niet voldoende gevarieerd eet, probeer dan eens verschillende dranken of shakes. Deze bevatten vaak extra proteïne, vitamines en mineralen. Als je de tijd (en de apparatuur) hebt, kun je zelf shakes maken van bijvoorbeeld een combinatie van fruit en groentes. Hier kan eindeloos mee gevarieerd worden, je kunt er amandelen of walnoten in gebruiken en voor de vloeibaarheid kun je bronwater, kokoswater, rijstmelk of amandelmelk gebruiken. Deze wel liefst zonder toegevoegde suikers. Dit soort shakes kunnen ook een uitkomst zijn als iemand moeite heeft met slikken, om ervoor te zorgen dat de persoon de voornaamste voedingsstoffen toch binnenkrijgt.
Als de patiënt de neiging heeft om eten van borden van andere mensen te “stelen”, en je bijvoorbeeld vrienden of familieleden wilt uitnodigen voor het eten, laat hen dan van te voren weten hoe de situatie is en wat ze kunnen verwachten. Grote kans dat er dan oprecht gelachen wordt aan tafel, en jij hoeft je niet te verontschuldigen voor, of je beschaamd te voelen over degene voor wie je zorgt!