Begeleiden klinkt zo makkelijk, en veel mensen die niet ervoor opgeleid zijn doen het ook “met gemak”. Maar een verkeerde aanpak kan veel schade toebrengen aan een cliënt die zich kwetsbaar opstelt. Niet voor niets duurt een opleiding niveau 4 SPW (tegenwoordig MMZ) 3 jaar en kan je ook de HBO variant die eveneens drie jaar duurt er nog bij doen. Begeleiden is een vak, niet een bijzaak! Hieronder een korte uitleg van een van de belangrijke onderdelen van begeleiden namelijk doelen stellen. Let wel, er is nog veel meer wat men moet leren wil men een goede begeleider zijn, deze opleiding valt niet samen te vatten in 1 A4tje.
Wanneer een cliënt begeleid wordt stel je doelstellingen op. Deze doelen moeten altijd vanuit de cliënt zelf komen. Wanneer er een idee ontstaan is wat men wilt bereiken zal je als begeleider hier open voor moeten staan ook als je denkt te weten dat een cliënt hier niet toe in staat is of nog niet aan toe is. Het is belangrijk dat de cliënt hier zelf achter komt en niet door jou als begeleider in een hokje wordt geplaatst. Wel kan je open vragen stellen over dit gekozen doel maar let daarbij altijd dat de vraag niet alleen in tekst maar ook in houding en toon open is!
Een actieplan bestaat uit een aantal factoren die hieronder staan beschreven. Dit proces is een leerproces voor de cliënt en belangrijk om de doelstelling te kunnen behalen en of bij te stellen.
Soms denk je als begeleider te weten dat een bepaald doel niet behaald zal worden. Vanuit een netwerk kunnen ook onbereikbare doelen worden aangedragen omdat men zo graag iemand gelukkig wil zien. Het netwerk van de cliënt zal vaak vanuit eigen emotie reageren op doelen en dat is voor een cliënt lang niet altijd even prettig of wenselijk. Een open onbevooroordeelde houding van de begeleider ten opzichte van de cliënt is nodig. Wanneer een doel daadwerkelijk niet gehaald wordt zal de cliënt door deze open houding toegankelijker zijn om de redenen waarom een doel niet behaald is te onderzoeken en hiervan te leren.
Zelfs al schat je de kans groot in dat een doel niet behaald word, toch is het raadzaam om de cliënt zelf te laten bepalen of hij van een doel af wilt zien of hem bij wilt stellen. Daag hem uit zo objectief en realistisch mogelijk naar de situatie te kijken maar accepteer indien het geen blijvende schade oplevert de keuze van je cliënt. Van fouten leer je en iedereen moet de ruimte krijgen om fouten te kunnen maken.
Wanneer een doel niet behaald wordt zal de omgeving hard nodig zijn om te zorgen dat deze negatieve ervaring ook positieve effecten heeft. Dat de cliënt er van leert, ziet wat hem wel gelukt is en onthoudt dat hij iets had wat hem kracht en energie gaf, de wil geeft om in de toekomst een ander doel te vinden die hem dezelfde passie geeft.
Ga samen erover praten en maak uiteindelijk samen met de cliënt een verslag van deze periode zodat dezelfde “valkuilen”in de toekomst ontweken kunnen worden. In een verslag kan je daarna zowel de valkuilen benoemen als wel de inzichten die deze situatie heeft opgeleverd.
De manier van communiceren met je cliënt stelt een begeleider in staat om de cliënt effectief te kunnen begeleiden. Wanneer je beroepshouding niet in orde is, is de kans dat je schade toebrengt in dit soort kwetsbare processen groter dan dat je de cliënt daadwerkelijk geholpen hebt. Bij bijvoorbeeld onvoldoende steun, teveel dwang, te kritisch zijn of te veel een eigen oordeel / idee toe voegen verstoor je het leerproces en de relatie met je cliënt. Dit kan leiden tot minderwaardigheidsgevoelens, onzekerheid en zelfs depressiviteit bij de cliënt.