Hoewel Partisa zijn diensten voornamelijk aan mensen thuis biedt (ambulante begeleiding) heb ik zelf lang gewerkt in de langdurige ouderenzorg. Daar had ik twee maal in de week een koffiezitje. Hoewel er vanuit de zorg zo nu en dan neergekeken werd op mijn werk binnen dit koffiezitje wist ik heel goed dat mijn aanwezigheid een groter doel had dan zij konden zien.
Wanneer er nieuwe bewoners in huis kwamen wonen ging ik uiteraard langs voor een kennismakingsgesprek. Ik zorgde dat ik de eerste weken een vinger aan de pols hield en probeerde een luisterend oor te zijn voor alle emoties die naar boven kwamen door een verhuizing. Wanneer men “gesetteld” was nam ik hen mee naar een van mijn koffiezitjes. Een koffiezitje was voor bewoners vaak een hoogtepunt in de week. Een uur lang zaten we met tussen de 8 en 12 personen om de tafel en zorgde ik ervoor dat iedereen zijn portie aandacht kreeg. Er ontstonden vriendschappen en lief en leed werd gedeeld met elkaar.
Van een afstand leek dit de makkelijkste werkplek die er was. Aan tafel zitten met een groep ouderen en dat gelach zien en horen maakte sommige verzorgende zelfs een beetje jaloers, zij waren immers fysiek hard aan het werk!
Maar ik werkte ook hard, alleen is dat als je langs een koffiezitje loopt niet zo makkelijk te zien. Ik zorgde ervoor dat iedereen zijn kans kreeg om dingen te vertellen, dat de sfeer aan tafel goed bleef wanneer er wel dreigde ruzie te komen tussen bewoners. Ik zorgde voor de onderwerpen om over te praten, was degene die wist wat er bij wie speelde en zorgde ervoor dat de onderwerpen daardoor aansloten bij de bewoners die op dat moment aan tafel waren. Mijn rol was essentieel om een goed groepsproces te creëren.
Als de groep stabiel was, dat wil zeggen er geen cliënten die wel eens gekwetst konden raken of er onderling conflicten speelde, dan liet ik het koffiezitje aan een goede vrijwilliger over. Ze deed het met plezier maar bewoners waren altijd blij als ik er bij kon zijn. Zij kon niet wat ik kon, iedereen betrekken. Dat is een techniek en dat leer je deels vanuit je opleiding maar ook door ervaring.
Zelfs zorgmanagers hebben soms moeite om deze sociale interacties tot stand te brengen. Ik heb ooit eens met een zorgmanager een koffiezitje gedaan die een man voortdurend aan het woord liet. Ik kon zelfs mijn normale tactieken niet toepassen om anderen ook aan het woord te laten. Kennelijk vond ze wat hij zei interessant en dat was reden voor haar om aan hem alle aandacht te geven en telkens door te vragen. Verbaasd heb ik het aangehoord en mezelf voorgenomen nooit meer tegelijkertijd met haar op een koffiezitje te zitten aangezien dit totaal niet functioneel was.
In de thuis situatie buiten een zorginstelling is het moeilijker om sociale contacten op te doen. Daarom vind ik het een grote meerwaarde hebben als je meerdere klanten in een complex kan begeleiden. Dan kan je die interacties makkelijker tot stand brengen en heb je 2 vliegen in 1 klap. Je haalt mensen uit hun isolement en bouwt met een beetje geluk een mantelzorgweb om deze bewoners heen. Door niet alleen de bewoners aan elkaar te koppelen maar ook de mantelzorgers erbij te betrekken ontlast je mantelzorgers in hun zorgtaak. Zij weten dan dat er meer mensen zijn die hulp kunnen bieden en kan vragen tijdens afwezigheid of de ander een oogje in het zeil wilt houden bij je dierbare.
Wanneer de cliënten niet bij elkaar in dan zijn er wel tal van andere mogelijkheden, buren met elkaar in contact brengen heeft een grote (gevoels) meerwaarde.
En dan heb je uiteraard ook nog altijd de mensen die niet van gezelschap houden, of er niet mee weten om te gaan. Als je lang alleen woont met weinig sociale contacten dan kan je asociaal gedrag vertonen. Je zegt wat er in je opkomt en begrijpt niet dat het een ander kwetst. Dat maakt een koffiezitje voor dit soort mensen een leerschool die niet altijd even prettig is. Voor deze mensen maak je een kopje koffie thuis, die geef je één op één aandacht en bij sommige is het dan de kunst dat je ook een stukje van jezelf laat zien. Alleen maar aanhoren is niet wat zij nodig hebben, ze willen vaak ook een band opbouwen, weten wie jij bent, voelen dat je oprecht bent.
Wist je overigens dat maar 5% van de dementerenden gebruik maakt van dagverzorging? Voor hen voelt een groep vaak als een onveilige situatie, zeker als een goede begeleider ontbreekt. Zo heeft iedere persoon een andere benadering nodig, elke situatie een andere aanpak. Persoonlijk vind ik humor een heel belangrijk aspect als het gaat om sfeer maken. Lachen is gezond, je gebruikt er veel spieren mee en krijgt er een gevoel van geluk van. Maak daar gebruik van tijdens je werk als begeleider!